2.1 Onze scholen
Openbaar Onderwijs Groningen bestaat uit 37 scholen in primair, voortgezet en speciaal onderwijs.Onze scholen zijn te vinden in alle wijken van de stad Groningen. Daarnaast hebben we vestigingen in Haren voor voortgezet en speciaal onderwijs en in Emmen voor speciaal onderwijs.
Door onze omvang als stichting kunnen wij een aantrekkelijk en evenwichtig onderwijsaanbod verzorgen in de stad Groningen, Haren en Emmen. Onze scholen kennen een breed palet aan onderwijssoorten en -concepten, waaronder Dalton, Montessori en Jenaplan. Ook zijn er scholen met een specifiek onderwijsaanbod voor nieuwkomers, voor tien- tot veertienjarigen, voor topsporters, voor leerlingen met afstand tot de arbeidsmarkt en voor hoogbegaafde leerlingen. Deze opsomming geeft een indruk van ons brede aanbod, maar is verre van compleet. Het laat zien dat ouders en leerlingen kunnen kiezen voor de school die het beste bij de leerling past.
Een overzicht van onze scholen met daarbij de leerlingenaantallen is hieronder te zien.
Overzicht leerlingenaantallen per school (primair onderwijs)
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| PO SCHOLEN | Leerlingaantallen |
|---|---|
| Boerhaaveschool | 194 |
| Brederoschool | 487 |
| De Beijumkorf | 375 |
| De Driebond | 131 |
| De Feniks | 236 |
| De Pendinghe | 257 |
| De Petteflet | 315 |
| De Ploeg | 227 |
| De Starter | 368 |
| De Sterrensteen | 231 |
| De Swoaistee | 419 |
| De Vuurtoren | 267 |
| Het Karrepad | 409 |
| IKC Borgman Ebbinge | 294 |
| IKC Borgman Oosterpark | 352 |
| IKC Borgman Oosterpoort | 238 |
| IKC Groenewei | 262 |
| Joseph Haydn | 687 |
| Meander | 420 |
| Oosterhoogebrugschool | 359 |
Peildatum 1 februari 2023
Overzicht leerlingenaantallen per school (voortgezet onderwijs)
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Overzicht leerlingenaantallen per school (voortgezet onderwijs) | |
|---|---|
| Harens Lyceum | 1537 |
| Heyderdahl College | 190 |
| Internationale Schakelklas | 448 |
| Kamerlingh Onnes | 1055 |
| Leon van Gelder | 650 |
| Montessori Lyceum Groningen | 1088 |
| Montessori Vaklyceum | 605 |
| Praedinius Gymnasium | 794 |
| Simon van Hasselt | 134 |
| Topsport Talentschool | 356 |
| Werkman Stadslyceum | 1487 |
| Werkman VMBO | 333 |
Peildatum 1 oktober 2023
Overzicht leerlingaantallen per school (speciaal (basis)onderwijs)
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Overzicht leerlingenaantallen per school (speciaal onderwijs) | Aantal leerlingen |
|---|---|
| S.B.O. Bekenkamp | 227 |
| W.A. van Lieflandschool | 227 |
| MytylschooL | 127 |
| Groninger Buitenschool | 118 |
Peildatum 1 februari 2023
2.2 Onderwijsontwikkelingen
Nieuwkomersonderwijs
Zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs is in 2023 het aantal nieuwkomers zeer sterk gestegen (van ca. 150 naar 500). Voor het voortgezet onderwijs heeft de Internationale Schakelklas (ISK) als gevolg hiervan in 2023 zelfs een aantal maanden een leerlingenstop gekend. Dit was vergelijkbaar met een landelijke tendens. De volgende punten zijn in 2023 opgepakt:
- In mei is een nieuwe locatie van de ISK in de wijk Lewenborg geopend. Daarnaast is gestart met de voorbereiding voor het openen van nog een volgende locatie;
- Voor het basisonderwijs is in samenwerking tussen alle schoolbesturen en de gemeente Groningen een integraal plan Nieuwkomersbeleid opgesteld;
- Eind 2023 is nieuwkomersgroep gestart die is gekoppeld aan De Feniks en c.b.s. de Aquamarijn. Het betreft hier een samenwerking tussen deze scholen;
- Tot slot is er in 2023 afgesproken dat scholen waarnaar de kinderen doorstromen extra middelen en begeleiding kunnen aanvragen bij het Expertise Centrum Anderstaligen Groningen, voor een goede ‘landing’ op de vervolgschool.
Voor het voortgezet onderwijs volgt in 2024 vanuit het ISK in samenwerking met het Samenwerkingsverband een bijeenkomst met als thema kansrijk onderwijs aan nieuwkomers. Ook voor het basisonderwijs vindt in 2024 weer een bijeenkomst plaats, met als doel samen goed in te blijven spelen op de ontwikkelingen.
Project meerwaarde
In 2023 is het Project Meerwaarde opgestart. Dit project heeft als doel om scholen uit te dagen scherper te kijken naar het eigen onderwijsconcept en de gestelde ambities, om dit vervolgens te toetsen aan de opbrengsten: of de beoogde doelen waarneembaar zijn in het leren van de leerlingen. Dit brengt in kaart of de doelen worden behaald of wat er moet worden bijgesteld. Het project zorgt voor bewustzijn binnen scholen en geeft docenten en leerkrachten naar grote tevredenheid meer regie op hun onderwijs. In een pilotfase is met twee scholen ervaring opgedaan en zijn instrumenten ontwikkeld om de specifieke meerwaarde van scholen zichtbaar te maken. Bij basisschool De Petteflet is gekeken naar het pedagogisch handelen van de leraar en de inbreng en invloed van de kinderen op het onderwijsprogramma. In het voortgezet onderwijs bij het Leon van Gelder stond het toetsen op verschillende niveaus in het kader van heterogeen onderwijs centraal. Na een positieve evaluatie zal dit project een vervolg krijgen in 2024.
Verdere samenwerking speciaal (voortgezet)onderwijs
De Mytylschool Prins Johan Friso en de Groninger Buitenschool hebben in 2023 de intensieve samenwerking geformaliseerd. De leerlingen van het speciaal onderwijs van beide scholen zijn geïntegreerd in gezamenlijke klassen. Ook het voortgezet speciaal onderwijs (arbeid en vervolgonderwijs) is samengebracht op een eigen plek. De beide schoolteams zijn in elkaar verweven en de onderwijsinspectie ziet de scholen vanaf 2023 dan ook als een onderwijskundige eenheid (OKE).
Gespecialiseerd onderwijs: experiment onderwijszorgarrangement
In 2022 is de hoogbegaafden-onderwijsvoorziening ‘de Gaffel’ overgenomen van het Samenwerkingsverband. In 2023 is in vervolg hierop een pilot toegekend vanuit het Experiment Onderwijszorgarrangementen (OZA) van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Hieruit zijn onder andere twee groepen gestart: Metis en Talentklass. Deze twee groepen bieden gespecialiseerd onderwijs voor dubbel bijzondere kinderen. Dit doen we in samenwerking met verschillende (zorg)partners, waarbij het onderwijs steeds voorliggend is. Tot en met 2028 wordt er op deze manier bekeken of en hoe we in de toekomst vanuit de visie op ontwikkelrecht gespecialiseerd onderwijs blijvend kunnen aanbieden.
2.3 Onderwijsresultaten
Basisonderwijs
Onze basisscholen hebben goed zicht op de onderwijsresultaten van hun leerlingen. Naast de resultaten die gemeten worden met de onafhankelijke toetsen volgen de scholen ook op andere manieren de vorderingen van de leerlingen. De scholen analyseren deze gegevens en zetten dit vervolgens om in planmatig en handelingsgericht werken.
Beoordeling eindtoets
Sinds 2020/2021 kijkt de Inspectie van het Onderwijs of de leerlingen de referentieniveaus voor lezen, taalverzorging en rekenen beheersen. Zo bepalen ze of leerlingen genoeg hebben geleerd. De inspectie houdt daarbij rekening met de samenstelling van de leerlingenpopulatie (de schoolweging). Om een stabiel beeld te krijgen, kijkt de inspectie naar de resultaten van de eindtoets van de afgelopen drie schooljaren.
De inspectie beoordeelt twee referentieniveaus. Het eerste is het fundamenteel niveau (F) op lezen, taalverzorging en rekenen. Dit is het basisniveau voor taal en rekenen dat het overgrote deel van de leerlingen aan het einde van de basisschool tenminste zou moeten beheersen. Daarnaast is er de ambitie dat een groot deel van de leerlingen een hoger niveau haalt. Dit noemen we het streefniveau (S). Hoe hoger het cijfers voor de 'F' of de 'S', hoe hoger het niveau (variërend van 1 t/m 4).
Het percentage leerlingen dat niveau 1F en 2F/1S moet behalen noemt de Inspectie van onderwijs de signaleringswaarde. De signaleringswaarde voor 1F is gelijk voor alle scholen, namelijk 85%. Dit betekent dat 85% van de leerlingen het fundamentele niveau moet behalen. De signaleringswaarde van 2F/1S (de streefwaarde) is gekoppeld aan de schoolweging. Een lage schoolweging voor minder complexe leerlingenpopulatie en een hogere schoolweging voor leerlingen met een meer complexe achtergrond. De schoolweging is een maat voor de verwachte onderwijsprestaties. Bij een lagere schoolweging worden hogere onderwijsprestaties verwacht, met daarbij dus een hogere signaleringswaarde. Kortom hoe hoger de schoolweging, hoe lager het percentage leerlingen (de signaleringswaarde) dat minimaal het niveau 2F/1S moet halen voor taal en rekenen. De signaleringswaarden zijn zo gekozen dat ongeveer 90% van de scholen resultaten heeft die liggen boven de signaleringswaarden.
Aangepaste normering
De Inspectie van Onderwijs hanteert voor 2023 een aangepaste norm bij de beoordeling. De norm is gecorrigeerd (dit wordt correctiewaarde genoemd), dit betekent dat het percentage leerlingen (signaleringswaarde) dat de norm moet behalen minder hoog is. In deze gecorrigeerde norm is rekening gehouden met de effecten van de coronapandemie en normeringsverschillen tussen de eindtoetsen. Deze gecorrigeerde norm (correctiewaarde) is voor het fundamenteel niveau 1F 82%. Voor het streefniveau 2F/1S is de correctiewaarde afhankelijk van de schoolweging. Iedere school heeft dus zijn eigen norm om te behalen.
Hieronder zijn de onderwijsresultaten voor 2023 te zien:
Onderwijsresultaten 1F (fundamenteel niveau)
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| School | 1F | 1F vergelijkbare scholen |
|---|---|---|
| Boerhaaveschool | 0.975 | 0.965 |
| Brederoschool | 0.993 | 0.97 |
| De Beijumkorf | 0.97 | 0.944 |
| De Driebond | 0.96 | 0.963 |
| De Feniks | 0.952 | 0.97 |
| De Pendinghe | 0.805 | 0.91 |
| De Petteflet | 0.963 | 0.973 |
| De Ploeg | 0.961 | 0.942 |
| De Starter | 0.939 | 0.97 |
| De Sterrensteen | 0.826 | 0.917 |
| De Swoaistee | 0.964 | 0.954 |
| De Vuurtoren | 0.982 | 0.954 |
| Het Karrepad | 0.94 | 0.953 |
| IKC Borgman Ebbinge | 0.973 | 0.965 |
| IKC Borgman Oosterpark | 0.896 | 0.928 |
| IKC Borgman Oosterpoort | 0.948 | 0.965 |
| IKC Groenewei | 0.97 | 0.973 |
| Joseph Haydn | 0.983 | 0.979 |
| Meander | 0.963 | 0.97 |
| Oosterhoogebrugschool | 0.989 | 0.96 |
Signaleringswaarde: 85%
Toelichting op de onderwijsresultaten 1F (fundamenteel niveau)
- De score in de tabel is een totaalscore van alle vakgebieden samen;
- Op basis van het driejaarsgemiddelde scoren de meeste scholen ruimschoots boven de norm >82% (correctiewaarde) in schooljaar 2022-2023;
- Iets meer dan de helft van de scholen scoort lager dan het (landelijk) gemiddelde van de scholen met een vergelijkbare populatie. Op 1F-niveau zijn dat elf scholen, twee meer ten opzichte van schooljaar 2021-2022;
- Het percentage behaalde scores voor de signaleringswaarde 1F is gemiddeld genomen gedaald op alle vakgebieden (rekenen-wiskunde, taalverzorging en lezen) ten opzichte van schooljaar 2021-2022.
Onderwijsresultaten 2F/1S (streefniveau)
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| School | 2F/1S Totaal | 2F/1S Vergelijkbare scholen | 2F/1S Signaleringswaarde |
|---|---|---|---|
| Boerhaaveschool | 0.5958 | 0.642 | 0.536 |
| Brederoschool | 0.6976 | 0.667 | 0.551 |
| De Beijumkorf | 0.574 | 0.556 | 0.455 |
| De Driebond | 0.5862 | 0.633 | 0.536 |
| De Feniks | 0.619 | 0.667 | 0.551 |
| De Pendinghe | 0.3286 | 0.458 | 0.339 |
| De Petteflet | 0.613 | 0.68 | 0.586 |
| De Ploeg | 0.5765 | 0.545 | 0.435 |
| De Starter | 0.528 | 0.667 | 0.586 |
| De Sterrensteen | 0.3062 | 0.476 | 0.357 |
| De Swoaistee | 0.5683 | 0.588 | 0.506 |
| De Vuurtoren | 0.6622 | 0.588 | 0.49 |
| Het Karrepad | 0.56 | 0.579 | 0.49 |
| IKC Borgman Ebbinge | 0.652 | 0.642 | 0.551 |
| IKC Borgman Oosterpark | 0.518 | 0.504 | 0.395 |
| IKC Borgman Oosterpoort | 0.655 | 0.642 | 0.566 |
| IKC Groenewei | 0.7576 | 0.68 | 0.586 |
| Joseph Haydn | 0.7426 | 0.73 | 0.639 |
| Meander | 0.6258 | 0.667 | 0.566 |
| Oosterhoogebrugschool | 0.6437 | 0.608 | 0.506 |
Toelichting op de onderwijsresultaten 2F/1S (streefniveau)
- De meeste scholen scoren boven de gecorrigeerde inspectienorm, een school eronder en twee scholen tussen signalering- en correctiewaarde op basis van het driejaarsgemiddelde;
- Gemiddeld stroomt 60,5% uit op 1S/2F niveau. Er is een lichte stijging in percentage zichtbaar ten opzichte van schooljaar 2021-2022 (59,2%);
- Tien scholen scoren lager dan het landelijk gemiddelde van vergelijkbare scholen;
- Op het vakgebied rekenen is een lichte stijging te zien ten opzicht van vorig schooljaar, maar het percentage is lager dan bij het vakgebied taalverzorging en lezen.
Beslisregel bij de beoordeling van de onderwijsresultaten
Doordat dit schooljaar sprake is van een gecorrigeerde norm hanteert de inspectie de volgende drie beslisregels om onderwijsresultaten te beoordelen:
- De leerresultaten zijn voldoende als het behaalde percentage referentieniveaus voor beide indicatoren 1F en 1S/2F boven de oorspronkelijke signaleringswaarden ligt;
- De leerresultaten zijn onvoldoende als het behaalde percentage referentieniveaus voor één of beide indicatoren 1F en 1S/2F onder de correctiewaarde liggen;
- De leerresultaten krijgen ‘geen oordeel’ in alle andere gevallen. Met andere woorden: er wordt geen oordeel gegeven als voor één of beide indicatoren 1F en 1S/2F het behaalde percentage referentieniveaus tussen de signaleringswaarde en de correctiewaarden ligt én voor geen van de indicatoren 1F en 1S/2F het behaalde percentage referentieniveaus onder de correctiewaarden ligt. In deze gevallen is het niet mogelijk om een betrouwbaar oordeel te geven.
Beoordeling onderwijsresultaten
Op fundamenteel niveau (1F) worden de normen van de inspectie door 19 van de 20 scholen behaald. Op de streefniveaus (1S/2F) behalen 17 van de 20 scholen de schoolspecifieke inspectienorm. Vergelijkbaar met het landelijke beeld, zien we hierin een licht dalende trend in de onderwijsresultaten op de basisvaardigheden. Vorig schooljaar is deze dalende trend al gesignaleerd en is bovenschools afgesproken extra inzet te plegen op de basisvaardigheden. Enkele voorbeelden zijn:
- De voorlopige onderwijsresultaten zijn in de eerste helft van 2023 met alle scholen besproken. De scholen die onder de correctiewaarden scoren zijn onder begeleiding van de PO-raad een traject gestart, genaamd ‘Goed Worden Goed Blijven plus (GWGB+)’;
- 8 scholen hebben in 2023 de subsidie basisvaardigheden ontvangen. Deze scholen maken met extra ondersteuning vanuit het Ondersteuningsbureau een schoolspecifiek plan gericht op het verbeteren van de basisvaardigheden;
- We richten binnen de organisatie een leernetwerk op voor alle vakgebieden. In 2023 startten we het eerste leernetwerk voor het vakgebied rekenen. Hier is voor gekozen omdat we bij de jaarresultaten van rekenen op 1S-niveau relatief lage percentages zien ten opzichte van taalverzorging en lezen;
- Vanaf schooljaar 2023-2024 zijn we daarnaast gestart met een in-company-opleiding rekencoördinator om de kwaliteit van ons rekenonderwijs te verbeteren. 30 deelnemers van tien verschillende basisscholen deden mee.
Doorstroom van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs
Hieronder het overzicht van de doorstroomadviezen richting het voortgezet onderwijs. Te zien is dat procentueel gezien de meeste leerlingen een havo/vwo-advies krijgen. Verreweg de meeste leerlingen krijgen een enkelvoudig advies.
Doorstroom primair onderwijs naar voortgezet onderwijs
Percentage doorstroom
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| vmbo/praktijkonderwijs | Havo/vwo | Anders | |
|---|---|---|---|
| Boerhaaveschool | 0.29 | 0.66 | 0.05 |
| Brederoschool | 0.35 | 0.63 | 0.02 |
| De Beijumkorf | 0.62 | 0.35 | 0.03 |
| De Driebond | 0.41 | 0.59 | 0 |
| De Feniks | 0.42 | 0.57 | 0.01 |
| De Pendinghe | 0.71 | 0.22 | 0.07 |
| De Petteflet | 0.27 | 0.72 | 0.01 |
| De Ploeg | 0.69 | 0.3 | 0.01 |
| De Starter | 0.24 | 0.74 | 0.02 |
| De Sterrensteen | 0.68 | 0.29 | 0.03 |
| De Swoaistee | 0.51 | 0.47 | 0.02 |
| De Vuurtoren | 0.4 | 0.59 | 0.01 |
| Het Karrepad | 0.4 | 0.57 | 0.03 |
| IKC Borgman Ebbinge | 0.3 | 0.69 | 0.01 |
| IKC Borgman Oosterpark | 0.72 | 0.23 | 0.05 |
| IKC Borgman Oosterpoort | 0.19 | 0.8 | 0.01 |
| Joseph Haydn | 0.24 | 0.73 | 0.03 |
| Meander | 0.33 | 0.67 | 0 |
| Oosterhoogebrugschool | 0.55 | 0.45 | 0 |
Anders houdt in afstroom en 'onbekend resultaat'.
Als Openbaar Onderwijs Groningen vinden wij het belangrijk dat we leerlingen kansrijk adviseren. Hiermee bedoelen we niet dat leerlingen het hoogst mogelijke advies moeten krijgen, maar het best passende advies. We kijken naar kansen en mogelijkheden.
We zien dat het schooladvies tussen de scholen binnen onze stichting nog wel van elkaar verschilt. Dit is onderdeel van gesprek, om samen hierin op te trekken. Het gezamenlijke doel is dat iedere leerling een kansrijk advies krijgt en op de goede plek in het voortgezet onderwijs terecht komt.
Voortgezet onderwijs
De Inspectie van het Onderwijs beoordeelt de onderwijsresultaten van het voortgezet onderwijs met het Onderwijsresultatenmodel, in het onderzoekskader aangeduid als OR1. Deze indicator is uitgesplitst in de in R1 t/m R4:
- R1: richt zich op de onderwijspositie in leerjaar drie ten opzichte van het basisschooladvies;
- R2: richt zich op de onderbouwsnelheid, waarbij het eventuele doorstromen of zittenblijven van leerlingen centraal staat;
- R3: richt zich op het bovenbouwsucces, waarbij het eventuele doorstromen of zittenblijven in de bovenbouw, en het wel of niet succesvol afronden van de schoolloopbaan met een diploma centraal staan;
- R4: richt zich op de examencijfers van een school.
Aangepaste beoordeling
Vanwege de coronapandemie is er nog steeds sprake van een overgangsperiode waarin de inspectie rekening houdt met gegevens die beschikbaar en betrouwbaar zijn, zodat de beoordeling recht doet aan de situatie. Dit betekent dat over het schooljaar 2022-2023 de beoordeling van de leerresultaten in het voortgezet onderwijs nog gebaseerd zijn op indicatoren R1 t/m R3. Voor volgend schooljaar 2023-2024 komt R4 daar weer bij. Vanuit ons kwaliteitssysteem (MMP) hebben we voor de scholen voor voortgezet onderwijs gekeken naar de indicatoren R1, R2, R3 en R4. Onderstaand ziet hiervan de resultaten in een overzicht.
Onderwijspositie (R1)
In %
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Locatie | Jaarscore Onderwijspositie | Driejaargemiddelde Onderwijspositie | Norm Onderwijspositie |
|---|---|---|---|
| Harens Lyceum | 0.21011673151751 | 0.18740629685157 | -0.0055 |
| Kamerlingh Onnes | 0.053892215568862 | 0.1118760757315 | -0.0055 |
| Montessori Lyceum Groningen | 0.21739130434783 | 0.27053140096618 | 0.0475 |
| Montessori Vaklyceum | 0.175 | 0.20973782771536 | -0.07 |
| Praedinius Gymnasium | -0.008 | 0.018421052631579 | 0.0135 |
| Topsport Talentschool | -0.014705882352941 | 0.1144578313253 | -0.07 |
| Werkman Stadslyceum | 0.16917293233083 | 0.18538565629229 | 0.0475 |
| Werkman VMBO | 0.081632653061224 | 0.17177914110429 | -0.1005 |
Onderbouwsnelheid (R2)
In %
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Locatie | Jaarscore | 3-jaarsgemiddelde | Norm |
|---|---|---|---|
| Harens Lyceum | 0.985 | 0.977 | 0.955 |
| Kamerlingh Onnes | 0.959 | 0.956 | 0.955 |
| Montessori Lyceum Groningen | 0.961 | 0.96 | 0.955 |
| Montessori Vaklyceum | 0.989 | 0.953 | 0.955 |
| Praedinius Gymnasium | 0.967 | 0.961 | 0.955 |
| Stadslyceum | 0.987 | 0.986 | 0.955 |
| Topsport Talentschool | 0.967 | 0.957 | 0.955 |
| Werkman VMBO | 0.912 | 0.955 | 0.955 |
Bovenbouwsucces (R3) VMBO
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Locatie | Jaarscore | 3-jaarsgemiddelde | Gecorrigeerde norm |
|---|---|---|---|
| Montessori vaklyceum (VMBO-B) | 0.861 | 0.902 | 0.848 |
| Werkman VMBO (VMBO-B) | 0.927 | 0.856 | 0.831 |
| Montessori vaklyceum (VMBO-K) | 0.792 | 0.873 | 0.85 |
| Werkman VMBO (VMBO-K) | 0.88 | 0.877 | 0.836 |
| Kamerlingh Onnes (VMBO-(G)T) | 0.76 | 0.872 | 0.837 |
| Montessori vaklyceum (VMBO-(G)T) | 0.782 | 0.818 | 0.856 |
| Topsport Talentschool (VMBO-(G)T) | 0.842 | 0.87 | 0.848 |
| Werkman VMBO (VMBO-(G)T) | 0.686 | 0.799 | 0.822 |
Bovenbouwsucces (R3) havo
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Locatie | Jaarscore | 3-jaarsgemiddelde | Gecorrigeerde norm |
|---|---|---|---|
| Kamerlingh Onnes | 0.716 | 0.8113 | 0.7893 |
| Stadslyceum | 0.7978 | 0.8268 | 0.8017 |
| Topsport Talentschool | 0.7541 | 0.7727 | 0.8012 |
| Montessori Lyceum Groningen | 0.6949 | 0.7587 | 0.8106 |
| Harens lyceum | 0.7182 | 0.8031 | 0.8144 |
Bovenbouwsucces (R3) vwo
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Locatie | Jaarscore | 3-jaarsgemiddelde | Gecorrigeerde norm |
|---|---|---|---|
| Kamerlingh Onnes | 0.8507 | 0.8321 | 0.8038 |
| Stadslyceum | 0.8447 | 0.8703 | 0.8108 |
| Topsport Talentschool | 0.8182 | 0.8673 | 0.7988 |
| Montessori Lyceum Groningen | 0.7979 | 0.8169 | 0.8133 |
| Harens lyceum | 0.7907 | 0.8467 | 0.8165 |
| Praedinius Gymnasium | 0.8745 | 0.9038 | 0.8124 |
Toelichting onderwijsresultaten (R1 t/m R3)
Wat opvalt in de OR1 van het voortgezet onderwijs voor de havo- en vwo-scholen zijn de hoge onderwijsposities met een succesvolle doorstroomsnelheid in de onderbouw. Dit leidt echter niet altijd tot een evenredig bovenbouwsucces. Dit geldt met name voor de bovenbouw van de havo. De betreffende scholen zijn hier gericht mee bezig en werken aan verbetering in de doorgaande leerlijn van de onder- naar bovenbouw.
Voor de vmbo-scholen geldt dat met name de onderwijsresultaten van vmbo-gt/tl onder druk staan, omdat deze op de norm of net daaronder uitkomen. Ook deze scholen werken gericht aan verbetering in de doorgaande leerlijn van de onder- naar de bovenbouw.
Examencijfers (R4)
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Locatie | Jaarscore | Norm |
|---|---|---|
| Montessori vaklyceum (VMBO-B) | 6.5 | 6.5 |
| Werkman VMBO (VMBO-B) | 6.5 | 6.5 |
| Montessori vaklyceum (VMBO-K) | 6.4 | 6.2 |
| Werkman VMBO (VMBO-K) | 6.3 | 6.2 |
| Kamerlingh Onnes (VMBO-(G)T) | 6.2 | 6.2 |
| Montessori vaklyceum (VMBO-(G)T) | 6.3 | 6.2 |
| Topsport Talentschool (VMBO-(G)T) | 6 | 6.2 |
| Werkman VMBO (VMBO-(G)T) | 5.9 | 6.2 |
Slagingspercentages en examenresultaten 2023
Voor de slagingspercentages geldt vanuit de onderwijsinspectie voor 2023 geen norm. Wat betreft de slagingspercentages is te zien dat de afdelingen vwo, havo, vmbo-(g)t en vmbo-k onder het landelijk gemiddelde scoren en de vmbo-b erboven in 2022-2023. Het bovenbouwsucces, de examencijfers en de slagingspercentages staan op een aantal scholen onder druk. Op deze scholen vinden interventies plaats op basis van analyses van de achterliggende oorzaken. Deze zijn onder andere gericht op bewustzijn bij de vaksecties, aanpassen van onderwijsprogramma's in relatie tot doorlopende leerlijnen, PTA's (programma van toetsing en afsluiting) en het toetsbeleid.
Onderstaande tabel geeft het slagingspercentage weer in vergelijking tot het landelijke gemiddelde slagingspercentage en het schooljaar voorafgaand aan de coronapandemie.
Slagingspercentage
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Onderwijssoort | Resultaten 2023 | Resultaten landelijk 2023 | Resultaten 2019 | Resultaten landelijk 2019 |
|---|---|---|---|---|
| VMBO-B | 0.979 | 0.958 | 0.985 | 0.979 |
| VMBO-K | 0.935 | 0.937 | 0.935 | 0.957 |
| VMBO-(G)T | 0.805 | 0.912 | 0.895 | 0.933 |
| HAVO | 0.792 | 0.843 | 0.773 | 0.882 |
| VWO | 0.832 | 0.886 | 0.865 | 0.907 |
Scholen met alternatieve onderwijsresultaten
Het Leon van Gelder heeft in afstemming met de onderwijsinspectie een eigen, alternatieve systematiek voor het meten van onderwijsresultaten. Dat is een afgeleide van het reguliere model. Op deze manier behouden zij zicht op de onderwijsresultaten en delen deze met de Onderwijsinspectie. Gezien het verschil in berekeningen achter deze alternatieve onderwijsresultaten worden deze resultaten niet meegenomen in dit jaarverslag. In 2023 heeft de school een gesprek gehad met het Ministerie van OCW over de verlenging van de dispensatie die de school heeft ten aanzien van deelname aan het Centraal Examen. Daarnaast is er ook naar tevredenheid gesproken met de onderwijsinspectie over de kwaliteitszorg en daarmee is de systematiek van de alternatieve onderwijsresultaten weer verlengd. In 2023 is ook de Simon van Hasselt gestart met het ontwerpen van een alternatieve systematiek om de inspectie goed inzicht te geven in de onderwijsresultaten.
Speciaal onderwijs
Speciaal onderwijs is er voor leerlingen die zeer moeilijk leren, die een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking hebben of langdurig ziek zijn. Het speciaal basisonderwijs (sbo) is er voor leerlingen die speciale pedagogische en didactische ondersteuning nodig hebben om tot ontwikkeling te komen. Hier gaat het om leerlingen met lichtere problematiek. Binnen Openbaar Onderwijs Groningen wordt het volgende aangeboden:
- Sbo: speciaal basisonderwijs
- So: speciaal onderwijs (basisschool leeftijd)
- Vso: voortgezet speciaal onderwijs
Zowel de scholen in het speciaal basisonderwijs (sbo) als de scholen in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) hebben in 2023 het landelijke doelgroepenmodel omarmd. Op basis van dit model zijn schoolstandaarden ontwikkeld voor het monitoren van de onderwijsresultaten in het speciaal onderwijs. In de didactische schoolstandaarden staat de leerrendementsverwachting per leerroute en per leerjaar. De rendementsverwachtingen zijn gekoppeld aan de CITO-uitslag of leerlijn. Alle leerlingen worden in hun onderwijsperspectiefplan(OPP) gevolgd in hun ontwikkeling.
Speciaal basisonderwijs
De SBO dr. Bekenkampschool voldoet aan de normering qua opbrengsten. Er wordt daarbij gekeken naar de gegevens van de schoolverlaters, het aantal leerlingen dat op het niveau uitstroomt dat is vastgesteld in het OPP en de leerlingresultaten R&W en BL van groep 8 in combinatie met het gemiddelde intelligentieniveau in de eindgroep. De school komt boven de signaalwaarden van de onderwijsinspectie uit.
Speciaal onderwijs
De gecombineerde school Mytylschool Prins Johan Friso en Groningerbuitenschool in Haren heeft een inspectieonderzoek gehad: een steekproefkwaliteitsonderzoek. De inspectie constateerde dat de opbrengsten (OR1) voor afdeling speciaal onderwijs op voldoende niveau zijn.
De WA van Liefland heeft onderzoek rondom het thema professionalisering. Het is een onderzoek om data op te halen ten behoeve van de ‘Staat van onderwijs 2024’ . De inspecteur gaf de school mee dat ze een heel positief beeld hadden, score is ruim voldoende.
Voortgezet speciaal onderwijs
Voor zowel het (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so) als het speciaal basisonderwijs (sbo) is voor elke leerroute (profiel aansluitend bij landelijk doelgroepenmodel) een streefniveau bepaald. Het sbo heeft sinds het schooljaar 2022-2023 deze streefniveaus geïmplementeerd. Ook alle (v)so-scholen hebben nu de streefniveaus per leerroute op elkaar afgestemd. Hierdoor is onderlinge afstemming beter mogelijk. Het is echter nog niet mogelijk om een overzicht van de onderwijsresultaten basisvaardigheden in het SO en SBO gezamenlijk in beeld te brengen. De onderwijsinspectie hanteert geen schoolstandaarden voor het zowel het (V)SO als het SBO. Een aandachtspunt in de doorontwikkeling is om per schoolsoort de onderwijsresultaten gezamenlijk in beeld te kunnen gaan brengen.
Onderwijsresultaten centrale eindtoets 2023
Jaarlijks wordt voor de basisvakken de onderwijsresultaten uit met de onderwijsinspectie uitgewisseld. Op basis van de gemiddelde intelligentie hanteert de inspectie signaleringswaarden voor de vakken begrijpend lezen en rekenen & wiskunde.
Op basis van de aangeleverde data heeft de inspectie geconstateerd dat de school (net) onder signaleringswaarden uitkomt. De onderwijsinspectie heeft na verdieping in de materie het vertrouwen uitgesproken dat we hierin de juiste interventies toepassen en onderneemt geen vervolg in de vorm van een kwaliteitsonderzoek.
2.4 Onderwijskwaliteit
Inspectiebezoek aan scholen
Primair onderwijs
In september 2023 heeft de inspectie een positief oordeel uitgesproken over De Swoaistee. De school heeft gewerkt aan een herstelopdracht in het kader van de basiskwaliteit. De inspectie heeft in 2023 de onderwijsresultaten op De Petteflet gemonitord en dit is positief afgerond. Voor beide scholen is de basiskwaliteit op orde. Eind 2023 is daarnaast een steekproefkwaliteitsonderzoek op De Starter aangekondigd. Deze school wordt bezocht in het voorjaar van 2024.
Voortgezet onderwijs
De Topsport Talentschool en het Werkman VMBO hebben in februari 2023 een herstelopdracht gekregen van de inspectie op het gebied van de schoolexaminering. Deze herstelopdracht is voor beide scholen met een voldoende afgerond.
In mei 2023 heeft de afdeling vmbo-tl van het Montessori Vaklyceum het oordeel zeer zwak gekregen van de inspectie. Er hebben veranderingen in de schoolleiding plaatsgevonden en de school wordt bij de uitvoering van het verbeterplan ondersteund door de instantie ‘Leren verbeteren’. In de uitvoering en voortgang van het verbeterplan worden medewerkers, ouders, de medezeggenschapsraad en leerlingen meegenomen.
Voor het Stadslyceum, het Kamerlingh Onnes, de Topsport Talentschool, het Montessori Lyceum Groningen en het Praedinius Gymnasium is door de onderwijsinspectie een steekproefkwaliteitsonderzoek aangekondigd. Inmiddels heeft het Kamerlingh Onnes dit onderzoek in oktober 2023 met goed resultaat afgerond. De school heeft een voldoende en een herstelopdracht voor de standaard Basisvaardigheden. De overige scholen worden bezocht in het voorjaar van 2024.
Speciaal onderwijs
In het speciaal onderwijs heeft in november 2023 een steekproef kwaliteitsonderzoek plaatsgevonden op de gecombineerde scholen Groninger Buitenschool/Prins Johan Friso Mytylschool. De basiskwaliteit van de school is als voldoende beoordeeld. Er zijn herstelopdrachten gegeven voor de standaard Basisvaardigheden, Veiligheid en de onderdelen Visie, ambities en doelen (SKA1), Uitvoering en kwaliteitscultuur (SKA2), Evaluatie, verantwoording en dialoog (SKA3). Voor de locatie in Emmen is voor 2024 een kwaliteitsonderzoek aangekondigd.
2.5 Passend onderwijs
Basisonderwijs
Procedure verwijzing speciaal (basis) onderwijs (so/sbo)
Soms heeft een leerling extra onderwijsbehoeften. Wanneer een basisschool geen passend onderwijsaanbod (meer) kan bieden, doet de school een aanvraag bij het Samenwerkingsverband (SWV) om de leerling te verwijzen naar het speciaal (basis) onderwijs. De Commissie van Advies (CvA) beoordeelt voor het SWV de aanvragen voor een toelaatbaarheidsverklaring (tlv). Het aanvragen van deze verklaring voor s(b)o kent een minimale (1) en een uitgebreide route (2).
- Van de 47 tlv-aanvragen voor speciaal basisonderwijs in 2023, is 36 % een verwijzing via route 2 geweest. Dat is meer dan een op de drie aanvragen.
- Voor het speciaal onderwijs wordt zelfs voor bijna 70% van de aanvragen een route 2 gehanteerd.
Dat veel aanvragen langs route 2 gaan betekent dat veel aanvragen langs en met uitgebreide inspanning van de Commissie van Advies zijn gegaan. Vanuit zowel de scholen voor speciaal onderwijs als speciaal basisonderwijs is aangegeven dat dit vertraging veroorzaakt in de procedure van verwijzing en extra inspanning vraagt van alle betrokken scholen.
Aantal verwijzingen Speciaal basisonderwijs (SBO)
- Het samenwerkingsverband heeft in 2023 voor 47 aanvragen een toelaatbaarheidsverklaring (tlv) afgegeven voor het speciaal basisonderwijs (SBO). De gemiddelde leeftijd is 8 jaar. Van de 47 tlv besluiten is 12% in de kleuterleeftijd en nog 8.5 % is een tlv afgegeven voor leerlingen in de leeftijd vanaf 10 jaar
- In de periode van aug-dec 2023 zijn er vanuit de basisscholen al 15 aanvragen voor het sbo ingediend, in het vorig schooljaar 22-23 waren het er 48 totaal. Vanuit het SO-cluster 3 is een leerling in het schooljaar 2022-2023 verwezen naar het sbo;
- Openbaar Onderwijs heeft 223 leerlingen die deelnamen aan het sbo in 2023, wat neerkomt op 3.6 %. Dit is 1.6% boven de gestelde norm van 2% vanuit het Samenwerkingsverband.
Aantal verwijzingen speciaal onderwijs (cluster 3 en 4)
- In 2023 is in totaal voor 75 leerlingen een tlv afgegeven voor het Speciaal Onderwijs. Het gaat om 12 leerlingen die verwezen zijn naar een cluster 4 school en 63 naar een cluster 3 school. Voor cluster 4 is de gemiddelde leeftijd 8 jaar en voor cluster 3 iets lager namelijk 6 jaar;
- In de periode aug-dec 2023 hebben de basisscholen 4 leerlingen voor een tlv cluster 3 aangemeld en 3 leerlingen voor een tlv cluster 4.
Middelen Passend Onderwijs
Openbaar Onderwijs Groningen valt onder het Samenwerkingsverband PO 20.01 9 (SWV). Voor het vormgeven van Passend Onderwijs krijgt Openbaar Onderwijs Groningen middelen vanuit dit Samenwerkingsverband. De 2%-norm voor hoeveelheid leerlingen die deelneemt in het sbo heeft geleid tot een forse afname van inkomsten voor Passend Onderwijs (c.a. € 400.000 minder). Dat heeft geleid tot een herijking van de inzet van middelen van Passend Onderwijs binnen onze organisatie. De inkomsten Passend Onderwijs, na aftrek van de malusregeling, omvatten € 1.238.574 euro.
- Ongeveer 40% hiervan ontvangen de reguliere basisscholen rechtstreeks ten behoeve van versterking van de basisondersteuning. Deze middelen zijn inmiddels geoormerkt;
- De overige 60% wordt besteed aan expertise om de school heen, georganiseerd vanuit het Kennis Centrum Openbaar Onderwijs (KCOO). Dat betekent concreet: expertise van orthopedagogen, ambulant begeleiders, onderwijsassistenten (arrangeren) en specialisten hoogbegaafdheid (inzet in bovenschoolse plusklassen).
De korting op de middelen Passend Onderwijs vanuit het SWV heeft tot gevolg dat zowel de basisscholen als het KCOO minder inkomsten hebben. Met de scholen is verkend op welke inzet van expertise vanuit het KCOO gehandhaafd moet worden. Hieruit kwam naar voren:
- De ondersteuning vanuit de orthopedagogen en ambulante medewerkers moet maximaal benut blijven;
- De herijking van middelen Passend Onderwijs wordt gezocht in de inrichting van bovenschoolse HB-groepen en kortdurende arrangementen met onderwijsassistenten.
De gestelde norm van 2% deelname aan het sbo staat binnen het SWV onder druk. Dit heeft ermee te maken of het SWV zorg kan dragen voor een dekkend netwerk, vooral doordat er volverklaringen zijn afgegeven door de zgn. cluster 4-scholen. Dat is een mogelijke verklaring waarom het deelnamepercentage sbo binnen onze stichting hoog is. Doordat veel leerlingen met gedragsvraagstukken in de afgelopen jaren zijn verwezen naar het sbo heeft dat tot gevolg een hogere deelnamepercentage leerlingen in het sbo.
De doelstelling in het kader van Passend Onderwijs worden bepaald door het SWV. Over de voortgang van de doelstellingen rapporteren we ook aan het SWV.
Vervolgstappen verwijzing sbo
Studenten van de afdeling Sociologie van de RUG hebben onderzocht of de toename verwijzingen naar het sbo te verklaren is. Daarnaast is onderzoek verricht naar thuiszitters (data en oorzaken) en of we kunnen komen tot een instrument dat de zogenaamde zorgzwaarte van de basisscholen weergeeft. Deze factoren gaan we meenemen om te komen tot een zgn. zorgzwaarte bepaling van een school. Zodat de verdeling van middelen passend onderwijs naar het regulier onderwijs nog beter tot zijn recht kunnen komen.
Bovenschools dyslexiebeleidsplan
In 2023 is een bovenschools dyslexiebeleidsplan vastgesteld. Het RIGG monitort hoeveel leerlingen een behandeling krijgen voor dyslexie. Zij gaan na of het aantal behandelde leerlingen aansluit bij wat er theoretisch te verwachten is. 100% betekent in de tabel dat het aantal leerlingen met dyslexiebehandeling even hoog is als theoretisch was te verwachten.
De afgelopen drie jaar is binnen de stichting twee keer boven het verwachte aantal leerlingen met dyslexiebehandeling gescoord. Er is een licht dalende trend in aantal behandelingen, maar we zitten nog altijd boven wat theoretisch was te verwachten.
- Vijf scholen hebben minder dyslexiebehandelingen dan verwacht en scoren onder de 100%.
- Zes scholen hebben in de afgelopen drie jaar een ruime afname in dyslexiebehandelingen onder de leerlingen.
- Negen scholen scoren boven de 200%, één school zelfs boven de 300%.
De data van het RIGG wordt betrokken bij het lees- en dyslexiebeleid.
| Leerlingen | Verwacht | Cliënten | Verschil | ||||||||||
| 3967 | 3847 | 3746 | 67 | 65 | 64 | 146 | 138 | 112 | 216% | 211% | 176% | 202% | -41% |
| L20 | L21 | L22 | V20 | V21 | V22 | C20 | C21 | C22 | 20 | 21 | 22 | gemiddeld 3 jaar | 22 t.o.v. 20 |
Voortgezet onderwijs
Voortgezet onderwijs
Vanuit het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01 is er gekozen voor een hybride model voor de financiering van Passend Onderwijs; dit is een combinatie van het schoolmodel, expertisemodel en het leerlingenmodel. Dat betekent dat de schoolbesturen middelen ontvangen om de inzet van (extra) ondersteuning op de scholen mogelijk te maken. De scholen voor voortgezet onderwijs dienen hiervoor een ondersteuningsplan in, waarbij ze aangeven welke doelen ze nastreven. Binnen dit jaarplan moeten de scholen sinds 2023 ook doelen opstellen om te werken aan een van de kernambities naar inclusiever onderwijs.
Inzet middelen voortgezet onderwijs
De middelen vanuit het Samenwerkingsverband VO zijn als volgt ingezet:
- Het nader vormgeven van het aanbod kleinschalige onderwijsvormen (KOV) binnen de scholen om maatwerk te bieden aan (met name hoog functionerende) leerlingen met internaliserende problematiek en verminderde belastbaarheid om uitval te voorkomen;
- De uitvoering van de zorg op de school door inzet van de ondersteuningsteams op de scholen. De inzet is gepleegd op het gebied van hoogbegaafdheid, ernstige taal- en rekenproblematiek, groepsgericht werken en inzet van trainingen op het gebied van sociaal-emotionele problematiek;
- Inzet van middelen om leerlingen passende ondersteuning te geven en om de (wettelijke) zorgplicht uit te voeren op het gebied van leren en/of sociaal-emotionele ontwikkeling en gedrag.
Daarnaast ontvangen de scholen voor voortgezet onderwijs lumpsummiddelen vanuit DUO. Deze middelen worden ingezet ten behoeve van de versterking van de basisondersteuning op de scholen door inzet van onderwijsondersteunend personeel binnen het ondersteuningsteam op school en het versterken van de kwaliteitszorg.
Vervolg naar inclusiever onderwijs
Zoals hierboven genoemd bevatten de jaarplannen van de scholen voor voortgezet onderwijs doelen die passend zijn bij de ambities om toe te werken naar inclusiever onderwijs. De meeste scholen hebben niet aan deze verplichting voldaan. In 2024 wordt hier opnieuw in gestuurd vanuit het Samenwerkingsverband en vanuit onze organisatie zelf. Op bovenschools niveau is er gewerkt aan de volgende doelen met betrekking tot de kernambities:
- Inzetten op optimale basisondersteuning op de scholen voor voortgezet onderwijs door het opnieuw vormgeven van het dyslexiebeleid en beleid rondom hoofbegaafdheid. Dit wordt in 2024 gecontinueerd en nader uitgewerkt;
- Het experiment onderwijs-zorgarrangement van het OPDC wordt uitgevoerd en tussentijds geëvalueerd. Dit experiment is bedoeld voor leerlingen met complexe, meervoudige problematiek waarbij opbouw van onderwijs plaatsvindt binnen de jeugdhulpverlening; Verkennende activiteiten ten aanzien van het aanbieden van een collectief aanbod voor een praktijkgericht curriculum binnen de scholen voor voortgezet onderwijs in samenwerking met externe partijen.
2.6 Toetsing en examinering VO
De verantwoordelijkheid van toetsing en examinering is belegd bij de afzonderlijke scholen. Alle scholen voor voortgezet onderwijs hebben een examencommissie met vastgelegde taken en verantwoordelijkheden. Het College van Bestuur heeft in 2023, met instemming van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voor het voortgezet onderwijs, het gezamenlijke Examenreglement 2023-2024 vastgesteld. Hiermee voldoen we op dit punt aan de wettelijke eisen. De volgende activiteiten zijn ingezet ter professionalisering:
- In maart en november 2023 zijn er twee bijeenkomsten van de examensecretarissen georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten werd gewerkt aan intervisie, casuïstiek en uitwisseling van kennis en actuele gebeurtenissen.
- De examencommissies van de Topsport Talentschool, het Harens Lyceum en het Werkman VMBO hebben een training Kwaliteitsborging Examencommissie gevolgd.
2.7 Strategische Onderwijsthema's
Burgerschapsonderwijs
Op onze scholen spannen de docenten zich iedere dag in om onze leerlingen kennis te laten maken met onze democratische rechtstaat en het ontwikkelen en oefenen van hun sociale en maatschappelijke competenties. De nieuwe wet burgerschapsonderwijs (2021) verplicht scholen om een doelgericht, samenhangend en een herkenbaar beleid op het gebied van burgerschapsonderwijs te voeren. Inmiddels hebben de meeste scholen een burgerschapsscan afgenomen om de nulmeting van hun school te bepalen.
Er is in 2023 actief gewerkt aan burgerschapsonderwijs. Alle scholen hadden hiertoe de beschikking over een intern ontwikkelde specifieke handreiking om te komen tot kwalitatief goed burgerschapsonderwijs. De handreiking ondersteunt scholen bij het verder ontwikkelen van hun burgerschapsbeleid en geeft handvatten om dit beleid te implementeren binnen de scholen. De doelstelling is dat alle scholen eind schooljaar 2023- 2024 een beleidsplan hebben ontwikkeld op burgerschapsonderwijs.
Nieuwe en aangepaste indicatoren OP0, OP2 en OP3
Vanaf 1 augustus 2023 voert de inspectie onderzoeken uit met bijgestelde onderzoekskaders. De kaders zijn op 6 juli 2023 vastgesteld door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Nieuw in het kader is de indicator OP0, waarbij gekeken wordt in het funderend onderwijs naar het curriculum voor Nederlandse taal, rekenen-wiskunde en burgerschap. De scholen moeten hier bewuste keuzes in maken en plannen maken en uitvoeren. Vervolgens moet dit waarneembaar zijn in de scholen. Ook de standaarden OP2 en OP3 worden meer verduidelijkt in het toezichtkader waarbij er samenhang is met OP0.
Alle scholen zijn in 2023 voorzien van een overzicht van de (vernieuwde) indicatoren. In dit overzicht is te zien wat het kader per indicator is en welke documenten hieraan ten grondslag moet liggen ter bewijslast en borging. Vanuit deze centrale handreiking zorgt elke school voor het goed formuleren en borgen van de (vernieuwde) indicatoren. Eind schooljaar 2023-2024 hebben alle scholen hun beleid geschreven en/of hierop aangepast.
Voorbereiding leernetwerken
Vanuit het nieuwe koersplan zullen enkele leernetwerken opgericht worden rondom de strategische onderwijsthema's. Een leernetwerk is een samenwerkend team van professionals rondom een onderwijsinhoudelijk of organisatorisch thema. Leernetwerken brengen de huidige werkwijzen en opbrengsten binnen een thema in kaart en werken aan interventies voor verbeteringen. Ze vormen de basis voor onderwijsontwikkeling en monitoring van voortgang en kwaliteit. In 2023 zijn de voorbereidingen getroffen om te starten met leernetwerken. In 2024 zal de besluitvorming en verdere invoeringen van de leernetwerken plaatsvinden.
2.8 Subsidies voor verbetering onderwijs en onderwijsachterstanden
Gemeentelijke subsidies
Jaarlijks ontvangt een deel van de scholen in het primair onderwijs gemeentelijke subsidies in het kader van het creëren van gelijke kansen. Het betreffen scholen met een hoger schoolgewicht (>30). De gemeentelijke subsidies kunnen kunnen ingezet worden voor onder andere:
- een brugfunctionaris;
- voor- en vroegschoolse educatie (VVE);
- schakelgroepen/taalinterventies;
- een veilig en pedagogisch schoolklimaat via Vreedzaam en gezonde voeding.
Eveneens maken scholen gebruik van subsidies ter vergoeding van de ouderbijdragen. Dit gebeurt vooral op de scholen waar sprake is van relatief veel armoedeproblematiek.
Naast de meer schoolspecifieke subsidies ontvingen scholen in 2023 ook wijksubsidies. Deze wijksubsidies zijn gericht op het positief opgroeien van kinderen en jongeren in deze wijken. Hierbij gaat het onder andere om Lewenborg XL, het pedagogisch wijkplan Selwerd, Paddepoel, Tuinwijk (SPT) en het wijkplan ‘Kansen voor kinderen’ in de Wijert. De scholen in de wijken Lewenborg/Beijum, Korreweg, Oosterpark, Paddepoel en Vinkhuizen nemen eveneens deel aan de subsidies gericht op het ontwikkelen van een verlengde en verrijkte schooldag; een breed naschools aanbod. Ze ontwerpen samen met partners in de wijk een integraal talentprogramma en voeren dit uit voor alle kinderen in de wijk ter bevordering van kansengelijkheid. We zien dat in vergelijking met voorgaande jaren, deze programma's verder doorontwikkeld worden.
Subsidie Verbetering basisvaardigheden 2023
Meerdere scholen hebben in 2023 de subsidie Verbetering basisvaardigheden 2023 ontvangen. De subsidie wordt aan de hand van een door de school opgesteld activiteitenplan, ingezet op taal, rekenen-wiskunde, digitale vaardigheden en burgerschap. In 2023 is het aantal scholen dat gebruik heeft gemaakt van de subsidie uitgebreid van vier naar 13 scholen.
Nationaal Programma Onderwijs
We hebben in 2021 tot en met 2023 in totaal € 26,9 miljoen aan middelen vanuit het NPO ontvangen. Hiervan is in 2021 en 2022 in totaal € 11,0 miljoen uitgegeven en € 6,5 miljoen in 2023. De resterende € 9,4 miljoen is vastgelegd in een bestemmingsreserve. Dit resterend bedrag zal worden besteed in de jaren 2024 en 2025.
In 2021 hebben alle scholen een schoolscan uitgevoerd en op basis hiervan een programma geschreven voor de besteding van de NPO-middelen. Op alle scholen is instemming verkregen van de MR op dit plan. De interventies op onze scholen zijn voornamelijk gericht op de extra inzet van personeel en ondersteuning en effectievere inzet van onderwijs om kennis en vaardigheden te verbeteren. Enkele voorbeelden van gekozen interventies:
- Groepsverkleining en extra instructie buiten de groep;
- Voorkomen van lesuitval;
- Scholing en professionalisering;
- Extra zorgbegeleiding en inzet op sociaal-emotionele ontwikkeling.
Minder dan 0,1% van de uitgaven in 2023 is besteed aan personeel dat niet in loondienst is (PNIL). Dit betreft inhuur op detacheringsbasis van leerkrachten vanuit andere besturen.Minder dan 0,1% van de middelen is in 2023 ingezet voor de inhuur van begeleidings- en ondersteuningsuren door commerciële bedrijven.
Er zijn geen middelen vanuit het NPO bovenschools ingezet.
2.9 Onderzoek en ontwikkeling
Onderzoek en ontwikkeling staan centraal bij de activiteiten vanuit onze onderzoeksagenda. We werken hiervoor met leernetwerken zoals ons primoraat en auctoraat. Dit zijn leernetwerken rondom een strategisch ontwikkelthema, waarin leraren, leraren in opleiding, onderzoekers en lerarenopleiders op een systematische manier samen werken aan onderwijsverbetering.
Primoraat en auctoraat hoge verwachtingen
Het primoraat is met de overgang naar het nieuwe koersplan gekoppeld aan de ambitie van het werken vanuit hoge verwachtingen. Hiervoor zijn in 2023 twee onderzoeksprojecten uitgevoerd. Een project vanuit het Karrepad over de invloed van niet-westerse migratieachtergrond van leerlingen op het schooladvies en een ander project vanuit IKC Borgman Oosterpoort over de invloed van theateronderwijs op kansengelijkheid. Het primoraat werkt hierin samen met het lectoraat Diversiteit in Leren & Gedrag van de Hanzehogeschool en de Stichting Primoraten van de Beroepsvereniging voor Academici in het Basisonderwijs.
Het auctoraat is eveneens gekoppeld aan de ambitie van het werken vanuit hoge verwachtingen. Hierin wordt met ondersteuning van een NRO-subsidie onderzoek gedaan naar het bevorderen van ‘student agency’ in het voortgezet onderwijs. Hier zijn drie scholen bij betrokken, elk met de focus op een eigen thema van de school. Dit zijn het Praedinius Gymnasium (metacognitie), het Stadslyceum (formatief handelen) en het Kamerlingh Onnes (eigenaarschap). Het auctoraat werkt hierbij samen met de Groninger Opleidingsschool en het lectoraat Didactiek voor Vak en Beroep van NHL Stenden en krijgt ondersteuning vanuit de Stichting Auctoraten.
Project meerwaarde
Daarnaast is in 2023 vanuit de onderzoeksagenda het project Meerwaarde opgestart. Dit project heeft als doel om scholen uit te dagen en te ondersteunen om scherper zichtbaar te maken wat ze als een meerwaarde in het onderwijs beogen en ervaren. In een pilotfase is met twee scholen ervaring opgedaan en zijn instrumenten ontwikkeld om specifieke meerwaarde van scholen zichtbaar te maken. Bij de Petteflet is gekeken naar het pedagogisch handelen van de leraar en de inbreng en invloed van de kinderen op het onderwijsprogramma. Bij het Leon van Gelder stond het toetsen op verschillende niveaus in het kader van heterogeen onderwijs centraal. Na een positieve evaluatie zal dit project een vervolg krijgen in 2024.