2.1 Onze scholen
Openbaar Onderwijs Groningen heeft in het afgelopen jaar onderwijs aangeboden aan ruim 15.000 leerlingen in primair, voortgezet en speciaal onderwijs. We doen dat met een zeer gevarieerd aanbod: we kunnen aan vrijwel alle groepen leerlingen een passende leeromgeving bieden.
In het primair onderwijs (PO) is sprake van twintig scholen, inclusief vier IKC’s (Integraal Kind Centrum). Binnen een IKC worden kinderen van nul tot dertien jaar opgevangen, hier zijn opvang, onderwijs en welzijnsactiviteiten gecombineerd.
Binnen het voortgezet onderwijs (VO) hebben we twaalf scholen en een Orthopedagogisch Didactisch Centrum (OPDC) met Rebound/ Traject Thuiszitters Voortgezet onderwijs /Doorstart. Daarnaast hebben we een school voor speciaal basisonderwijs (SBO), en in totaal drie scholen voor speciaal onderwijs (SO) en voortgezet speciaal onderwijs (VSO). Met deze scholen bieden we uiteenlopende onderwijsconcepten aan, verspreid door de stad Groningen, Haren en één locatie in Emmen. Op deze manier kunnen ouders en leerlingen kiezen voor onder andere cultuurprofielscholen, montessori-, jenaplan-, en daltononderwijs, kunskapsskolan, tomonderwijs, kubusschool, technasium en voorzieningen voor hoogbegaafde leerlingen.
Op drie (V)SO-scholen en één SBO-school wordt speciaal onderwijs gegeven. De Mytylschool is voor kinderen en jongeren van vier tot maximaal twintig jaar die lichamelijk of meervoudig gehandicapt of langdurig ziek zijn. De Groninger Buitenschool biedt speciaal basisonderwijs aan langdurig zieke kinderen in de leeftijd van vier tot en met veertien jaar. De W.A. van Lieflandschool biedt speciaal en voortgezet speciaal onderwijs voor zeer moeilijk lerende leerlingen in de leeftijd van vier tot en met twintig jaar. De SBO Bekenkampschool heeft twee locaties voor kinderen die het op het reguliere basisonderwijs niet redden en daarom zijn aangewezen op speciale pedagogische en didactische hulp.
Een overzicht van onze scholen met daarbij de leerlingenaantallen is hieronder te zien.
Overzicht leerlingenaantallen per school (primair onderwijs)
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| PO SCHOLEN | Leerlingaantallen |
|---|---|
| Boerhaaveschool | 204 |
| Brederoschool | 498 |
| De Beijumkorf | 388 |
| De Driebond | 142 |
| De Feniks | 240 |
| De Pendinghe | 261 |
| De Petteflet | 339 |
| De Ploeg | 227 |
| De Starter | 367 |
| De Sterrensteen | 244 |
| De Swoaistee | 437 |
| De Vuurtoren | 263 |
| Het Karrepad | 435 |
| IKC Borgman Ebbinge | 267 |
| IKC Borgman Oosterpark | 350 |
| IKC Borgman Oosterpoort | 228 |
| IKC Groenewei | 157 |
| Joseph Haydn | 667 |
| Meander | 443 |
| Oosterhoogebrugschool | 351 |
Overzicht leerlingenaantallen per school (voortgezet onderwijs)
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| School | Aantal |
|---|---|
| Kamerlingh Onnes | 1164 |
| Leon van Gelder | 662 |
| Simon van Hasselt | 139 |
| Praedinius Gymnasium | 785 |
| Werkman Stadslyceum | 1450 |
| Internationale Schakelklas | 445 |
| Topsport Talentschool | 352 |
| Werkman VMBO | 314 |
| Montesorri Lyceum Groningen | 1091 |
| Harens Lyceum | 1507 |
| Montesorri Vaklyceum | 548 |
| Heyerdahl College | 186 |
Overzicht leerlingenaantallen per school (speciaal onderwijs)
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| School | Aantal |
|---|---|
| SBO dr. Bekenkampschool | 241 |
| W.A. van Lieflandschool | 214 |
| PJF Mytylschool (inclusief locatie Emmen) | 126 |
| De Groninger Buitenschool | 111 |
2.2 Onderwijsresultaten
Primair Onderwijs
De scholen voor primair onderwijs hebben goed zicht op de onderwijsresultaten van hun leerlingen. Naast de resultaten die gemeten worden met de onafhankelijke toetsen volgen de scholen ook op andere manieren de vorderingen van de leerlingen. De scholen analyseren deze gegevens en zetten dit vervolgens om in planmatig en handelingsgericht werken.
Beoordeling eindtoets
Sinds 2020/2021 kijkt de Inspectie van het Onderwijs of de leerlingen de referentieniveaus voor lezen, taalverzorging en rekenen beheersen. Zo bepalen ze of leerlingen genoeg hebben geleerd. De inspectie houdt daarbij rekening met de samenstelling van de leerlingenpopulatie (de schoolweging). Om een stabiel beeld te krijgen, kijkt de inspectie naar de resultaten van de eindtoets van de afgelopen drie schooljaren. Doordat er in 2019/2020 geen eindtoets is gemaakt, zijn de schooljaren 2018/2019, 2020/2021 en 2021/2022 meegenomen in het gemiddelde.
De inspectie beoordeelt twee referentieniveaus. Het eerste is het fundamenteel niveau (F) op lezen, taalverzorging en rekenen. Dit is het basisniveau voor taal en rekenen dat het overgrote deel van de leerlingen aan het einde van de basisschool tenminste zou moeten beheersen. Daarnaast is er de ambitie dat een groot deel van de leerlingen een hoger niveau haalt. Dit noemen we het streefniveau (S). Hoe hoger het cijfers voor de 'F' of de 'S', hoe hoger het niveau (variërend van 1 t/m 4).
Het percentage leerlingen dat niveau 1F en 2F/1S moet behalen noemt de Inspectie van onderwijs de signaleringswaarde. De signaleringswaarde voor 1F is gelijk voor alle scholen, namelijk 85%. Dit betekent dat 85% van de leerlingen het fundamentele niveau moet behalen. De signaleringswaarde van 2F/1S (de streefwaarde) is gekoppeld aan de schoolweging. Een lage schoolweging voor minder complexe leerlingenpopulatie en een hogere schoolweging voor leerlingen met een meer complexe achtergrond. De schoolweging is een maat voor de verwachte onderwijsprestaties. Bij een lagere schoolweging worden hogere onderwijsprestaties verwacht, met daarbij dus een hogere signaleringswaarde. Kortom hoe hoger de schoolweging, hoe lager het percentage leerlingen (de signaleringswaarde) dat minimaal het niveau 2F/1S moet halen voor taal en rekenen. De signaleringswaarden zijn zo gekozen dat ongeveer 90% van de scholen resultaten heeft die liggen boven de signaleringswaarden.
Aangepaste normering
De Inspectie van Onderwijs hanteert voor 2022 een aangepaste norm bij de beoordeling. De norm is gecorrigeerd (dit wordt correctiewaarde genoemd), dit betekent dat het percentage leerlingen (signaleringswaarde) dat de norm moet behalen minder hoog is. In deze gecorrigeerde norm is rekening gehouden met de effecten van de coronacrisis en normeringsverschillen tussen de eindtoetsen.
Deze gecorrigeerde norm (correctiewaarde) is voor het fundamenteel niveau 1F 80%. Voor het streefniveau 2F/1S is de correctiewaarde afhankelijk van de schoolweging. Iedere school heeft dus zijn eigen norm die ze moet behalen.
Hieronder de resultaten 2022:
Beslisregel bij de beoordeling van de onderwijsresultaten
Doordat dit schooljaar sprake is van een gecorrigeerde norm hanteert de inspectie de volgende drie beslisregels om onderwijsresultaten te beoordelen:
- De leerresultaten zijn voldoende als het behaalde percentage referentieniveaus voor beide indicatoren 1F en 1S/2F boven de oorspronkelijke signaleringswaarden ligt.
- De leerresultaten zijn onvoldoende als het behaalde percentage referentieniveaus voor één of beide indicatoren 1F en 1S/2F onder de correctiewaarde liggen.
- De leerresultaten krijgen ‘geen oordeel’ in alle andere gevallen. Met andere woorden: er wordt geen oordeel gegeven als voor één of beide indicatoren 1F en 1S/2F het behaalde percentage referentieniveaus tussen de signaleringswaarde en de correctiewaarden ligt én voor geen van de indicatoren 1F en 1S/2F het behaalde percentage referentieniveaus onder de correctiewaarden ligt. In deze gevallen is het niet mogelijk om een betrouwbaar oordeel te geven.
Beoordeling onderwijsresultaten Openbaar Onderwijs Groningen
Al onze scholen scoren boven de signaleringswaarde van de inspectie op zowel 1F als 2F/1S. Met andere woorden, het percentage leerlingen dat het niveau 1F en 2F/1S heeft behaald is voldoende. Drie scholen (De Sterrensteen, De Petteflet en de Swoaistee) hebben geen oordeel gekregen. Dit komt omdat deze scholen weliswaar boven de gecorrigeerde norm (correctiewaarde) hebben gescoord, maar onder de oorspronkelijk signaleringswaarde. In deze gevallen geeft de Inspectie van het Onderwijs geen oordeel. Wel hebben deze scholen een plan van aanpak opgesteld ter bevordering van de resultaten.
Ondanks de turbulente periode van corona scoren bijna alle leerlingen boven de signaleringswaarde van 1F en 2F/1S. Zowel de docenten als de leerlingen hebben hier hard voor gewerkt. Met elkaar staan we voor het beste onderwijs en proberen we het beste uit de leerlingen te halen. Daar waar de resultaten laten zien dat we nog meer uit de leerlingen kunnen halen, maken we plannen op maat, zetten we gerichte interventies in en monitoren we de ingezette verbeteringen tijdens kwaliteits- en Q-gesprekken (halfjaarlijkse voortgangsgesprekken).
Doorstroom van het Primair Onderwijs naar het Voortgezet Onderwijs
Hieronder het overzicht van de doorstroomadviezen richting het voortgezet onderwijs. Te zien is dat de meeste leerlingen een vwo-advies krijgen. Verreweg de meeste leerlingen krijgen een enkelvoudig advies.
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
| Advies VO | Leerlingen # |
|---|---|
| vwo | 167 |
| havo t/m vwo | 95 |
| havo | 101 |
| vmbo tl t/m havo | 81 |
| vmbo tl | 112 |
| vmbo gl t/m vmbo tl | 2 |
| vmbo gl | 1 |
| vmbo kl t/m vmbo tl | 43 |
| vmbo kl t/m vmbo gl | 1 |
| vmbo kl | 79 |
| vmbo bl t/m vmbo kl | 43 |
| vmbo bl | 63 |
| praktijkonderwijs | 41 |
| geen advies mogelijk | 5 |
Aantal leerlingen per doorstroomniveau naar het voortgezet onderwijs
Duiding doorstroomcijfers naar het voortgezet onderwijs
Als Openbaar Onderwijs Groningen vinden wij het belangrijk dat we leerlingen kansrijk adviseren. Hiermee bedoelen we niet dat leerlingen het hoogst mogelijke advies moeten krijgen, maar het best passende advies. We kijken naar kansen en mogelijkheden.
We zien dat het schooladvies tussen de scholen nog wel van elkaar verschilt. Dit is onderdeel van gesprek met de scholen. Ons doel is uiteindelijk dat iedere leerling een kansrijk advies krijgt en op de goede plek in het voortgezet onderwijs terecht komt.
Voortgezet Onderwijs
Vanwege de coronacrisis besloot de Inspectie van het Onderwijs de resultaten in het schooljaar 2021/2022 niet te beoordelen. Vanaf 2022/2023 gaat dit wel weer gebeuren. Er is sprake van een overgangsperiode waarin de inspectie rekening houdt met gegevens die beschikbaar en betrouwbaar zijn, zodat de beoordeling recht doet aan de situatie.
Dit betekent dat de komende jaren de beoordeling van de leerresultaten in het voortgezet onderwijs gebaseerd zijn op 3 in plaats van de reguliere 4 indicatoren, namelijk:
Onderwijspositie
Deze indicator geeft de onderwijspositie van de leerling in leerjaar drie weer ten opzichte van het ontvangen basisschooladvies in groep 8. Het doel van deze indicator is om zichtbaar te maken of de school in staat is om leerlingen in de eerste jaren van het voortgezet onderwijs tot het niveau te brengen dat ten opzichte van het advies mag worden verwacht
Onderbouwsnelheid
Deze indicator laat zien hoeveel leerlingen onvertraagd overgaan van leerjaar 1 naar leerjaar 2 en van leerjaar 2 naar leerjaar 3.
Bovenbouwsucces
Deze indicator laat het percentage onvertraagde studievoortgang zien vanaf leerjaar 3. Deze indicator is van belang omdat hiermee inzichtelijk wordt de tijd die leerlingen nodig hebben om een diploma te halen nadat ze op een bepaald niveau zijn geplaatst of een keuze voor een sector of profiel hebben gemaakt.
Het gemiddeld cijfer voor het Centraal Examen wordt dit jaar niet meegenomen in de beoordeling.
Hieronder de scores (met daarbij de norm vanuit de inspectie) van de scholen in het voortgezet onderwijs binnen Openbaar Onderwijs Groningen:
De onderwijsresultaten van Simon van Hasselt, OPDC (Orthopedagogisch didactisch centrum) en Heyerdahl College zijn niet opgenomen in het overzicht hierboven. Simon van Hasselt is een school voor tieneronderwijs waardoor de indicatoren van de inspectie niet te meten zijn. Simon van Hasselt heeft afspraken met de inspectie gemaakt in 2015 over het monitoren van de alternatieve onderwijsresultaten. Deze afspraken worden in 2023 opnieuw bekrachtigd en aangevuld. Heyerdahl College biedt praktijkonderwijs aan waardoor ook hier de indicatoren van de inspectie niet te meten zijn. Er wordt gekeken naar het uitstroomprofiel. OPDC is een tijdelijke maatwerkvoorziening; leerlingen staan technisch ingeschreven bij de school van herkomst waardoor de onderwijsresultaten niet gemeten kunnen worden binnen OPDC.
Naast de drie indicatoren waarop de inspectie beoordeelt, zijn hieronder de slagingspercentages 2022 per onderwijssoort weergegeven.
Slagingspercentages per onderwijssoort in het voortgezet onderwijs
| Naam school | Onderwijssoort | Slagingspercentage 2022 |
|---|---|---|
| Kamerlingh Onnes | vmbo tl | 86,86% |
| Kamerlingh Onnes | Havo | 97,03% |
| Kamerlingh Onnes | Vwo | 95,52% |
| Praedinius Gymnasium | Vwo | 91,87% |
| Werkman Stadslyceum | Havo | 90,38% |
| Werkman Stadslyceum | Vwo | 87,96% |
| Topsport Talentschool | vmbo tl | 100% |
| Topsport Talentschool | Havo | 96,88% |
| Topsport Talentschool | Vwo | 90,48% |
| Werkman vmbo | vmbo basis | 100% |
| Werkman vmbo | vmbo kader | 100% |
| Werkman vmbo | vmbo tl | 80% |
| Montesorri Lyceum Groningen | havo | 89,36% |
| Montesorri Lyceum Groningen | vwo | 86,36% |
| Harens Lyceum | vmbo tl | 95% |
| Harens Lyceum | havo | 88,24% |
| Harens Lyceum | vwo | 89,80% |
| Montesorri Vaklyceum | vmbo basis | 100% |
| Montesorri Vaklyceum | vmbo kader | 97,67% |
| Montesorri Vaklyceum | vmbo tl | 89,06% |
Resultaten
Uiteraard zijn we ook op de resultaten in het voorgezet onderwijs trots. Nog meer dan in het primair onderwijs, ondervinden de leerlingen last van de nasleep van corona. Dit uit zich op verschillende manieren, onder andere motivatieproblemen, schooluitval en sociaal-emotionele belemmeringen. Ondanks dat zien we dat leraren en leerlingen zich dagelijks inzetten om het beste uit zichzelf te halen. De twee scholen die op één of meer indicatoren een onvoldoende scoren, hebben een plan van aanpak opgesteld en deze opgenomen in hun jaarplan. De voortgang van deze plannen bespreekt de schoolleiding met de onderwijsadviseurs. Tijdens de Q-gesprekken (halfjaarlijks) legt de schoolleiding verantwoording af over de behaalde resultaten.
Speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs
Speciaal onderwijs is voor leerlingen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking en voor leerlingen die psychische problemen of gedragsproblemen hebben. Het speciaal basisonderwijs (SBO) is voor kinderen die zich in het regulier onderwijs niet optimaal ontwikkelen. Hier gaat het om leerlingen met lichtere problematiek. Binnen Openbaar Onderwijs Groningen wordt het volgende aangeboden:
- SBO: speciaal basisonderwijs
- SO: speciaal onderwijs (basisschool leeftijd)
- VSO: voortgezet speciaal onderwijs
Zowel de scholen in het speciaal basisonderwijs (SBO) als de in het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) hebben het landelijke doelgroepenmodel omarmd. Op basis van dit model zijn schoolstandaarden ontwikkeld ten behoeve van het monitoren van de onderwijsresultaten in het speciaal onderwijs.
In de didactische schoolstandaarden staat de leerrendementsverwachting per leerroute en per leerjaar. De rendementsverwachtingen zijn gekoppeld aan de CITO-uitslag of leerlijn. Alle leerlingen worden in hun onderwijs perspectiefplan (OPP) gevolgd in hun ontwikkeling.
Onderwijsresultaten centrale eindtoets 2022
Jaarlijks wisselt de school voor de basisvakken de onderwijsresultaten uit met de Inspectie voor het Onderwijs. Op basis van de gemiddelde intelligentie hanteert de inspectie signaleringswaarden voor de vakken Begrijpend Lezen en Rekenen & Wiskunde. Hieronder de onderwijsresultaten 2022:
| Onderwijsresultaten centrale eindtoets 2022 | |||
|---|---|---|---|
| Begrijpend lezen | <1F | 1F | 2F |
| SBO Dr Bekenkamp (locatie Wilgenlaan) | 35,48 | 54,84 | 9,68 |
| SBO Dr Bekenkamp (locatie Blekerslaan) | 17,86 | 64,29 | 17,86 |
| Rekenen | <1F | 1F | 1S |
| SBO Dr Bekenkamp (locatie Wilgenlaan) | 93,55 | 6,45 | 0 |
| SBO Dr Bekenkamp (locatie Blekerslaan) | 67,86 | 32,14 | 0 |
| Taalverzorging | <1F | 1F | 2F |
| SBO Dr Bekenkamp (locatie Wilgenlaan) | 32,26 | 51,61 | 16,13 |
| SBO Dr Bekenkamp (locatie Blekerslaan) | 17,86 | 53,57 | 28,57 |
| Totaal | |||
| SBO Dr Bekenkamp (locatie Wilgenlaan) | 53,76 | 37,63 | 8,60 |
| SBO Dr Bekenkamp (locatie Blekerslaan) | 34,53 | 50,00 | 15,48 |
Op basis van de aangeleverde data heeft de inspectie geconstateerd dat de school (net) onder bepaalde signaleringswaarden uitkomt. We hebben tijdens een gesprek met de inspectie deze resultaten kunnen verklaren.
De inspectie heeft het vertrouwen uitgesproken dat we de goede interventies toepassen. De inspectie heeft beoordeeld dat een kwaliteitsonderzoek op de school daarom niet nodig is.
2.3 Onderwijskwaliteit
Inspectiebezoek bestuurstoezicht
Na het bezoek van de Inspectie van het Onderwijs in april 2022 heeft de inspectie een positief oordeel gegeven naar aanleiding van het bestuurstoezicht. De inspectie heeft het vertrouwen uitgesproken in en geconstateerd dat de uitvoering van de kwaliteitszorg ruim op orde is. Het bestuur is zichtbaarder in de scholen en mede daardoor is de communicatie en de relatie tussen bestuur en scholen beter. De periodieke gesprekkencyclus met directeuren wordt systematisch uitgevoerd. Het bestuur werkt aan de kwaliteitscultuur door het gesprek over kwaliteit te stimuleren en te faciliteren. Het bestuur heeft de overlegstructuur in kaart gebracht en enigszins gewijzigd. Daardoor is de kwaliteit van de dialoog over onderwijskwaliteit verbeterd.
Inspectiebezoek aan scholen
Primair onderwijs
In 2022 heeft de inspectie op basis van een analyse van de resultaten onderzoek gedaan naar de basiskwaliteit bij drie scholen in het primair onderwijs. De inspectie heeft op één van de scholen (De Sterrensteen) een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd en heeft daarbij geoordeeld dat de basiskwaliteit op deze school voldoende is. Op twee ander scholen heeft geen onderzoek plaatsgevonden maar heeft de inspectie het bestuur het vertrouwen gegeven de juiste interventies in te zetten en deze te monitoren. Hierbij ging het om twee Jenaplanscholen; De Swoaistee en De Petteflet.
Voortgezet onderwijs
De inspectie heeft het monitoren van de voortgang van de herstelopdracht op OP3 (pedagogisch-didactisch handelen) op het Werkman VMBO en het Kamerlingh Onnes overgedragen aan het bestuur. Beide scholen hebben het versterken van het pedagogisch-didactisch handelen opgenomen in het schoolplan en de jaarplannen. De onderwijsadviseurs zijn betrokken bij het opstellen van deze plannen en monitoren tussentijds de voortgang. Tijdens de reguliere voortgangsgesprekken legt de schoolleiding verantwoording af aan het college van bestuur.
Schoolplannen primair onderwijs (PO)
Alle PO-scholen maken dit schooljaar een nieuw schoolplan voor de periode 2023-2027. Het koersplan van Openbaar Onderwijs Groningen bepaalt mede de inhoud van de schoolplannen en het stellen van de ambities van de scholen. Voor alle scholen is inzichtelijk gemaakt aan welke (wettelijke) eisen het schoolplan moet voldoen. De afdeling Onderwijs & Kwaliteit ondersteunt de scholen bij het maken van deze plannen door onder andere een stappenplan, een planning, een format met gezamenlijke teksten en een handreiking. De basisscholen gebruiken het gezamenlijk format voor het opstellen van hun schoolplan of werken met het format vanuit mijnschoolplan.nl.
Invoering Cito-leerling in beeld primair onderwijs
Al onze basisscholen hebben voor het schooljaar 2022-2023 de nieuwe toetsen van Cito (Leerling in beeld) aangeschaft. Leerling in beeld geeft nieuwe adaptieve toetsen voor de kernvakken, mogelijkheden voor het volgen van sociaal-emotionele voortgang en executieve vaardigheden, en genereert nieuwe rapportages met focus op groei en verdiepende instrumenten.
Sociale veiligheid
Als bestuur willen we goed zicht hebben op de sociale veiligheid van onze leerlingen. Scholen dienen zicht te hebben op de sociale veiligheid, daarom moet er beleid zijn en dient er per school een anti-pestcoördinator te zijn vastgesteld. Om het zicht op het veiligheidsbeleid van de scholen te optimaliseren, zijn in 2022 de volgende acties ingezet:
- Updaten van het schoolveiligheidsplan zodat deze aan alle wettelijke vereisten voldoet. De expertise van Mijn Veilige School is hierbij ingezet. Alle scholen werken vanaf schooljaar 2023/2024 met het nieuwe schoolveiligheidsplan;
- Er zijn bestuursbrede afspraken gemaakt over het afnemen van de sociale veiligheidsmonitor. Het primair onderwijs maakt gebruik van de sociale veiligheidsmonitor van Vensters en het voortgezet onderwijs van Kwaliteitsscholen of Vensters;
- Er is een nieuwe bovenschoolse vertrouwenspersoon aangesteld. Eén van de taken is het coördineren van het professionaliseringsplan voor de vertrouwenspersonen op de diverse scholen.
Visitaties
In 2022 heeft de visitatie Dalton plaatsgevonden op onze openbare basisschool Het Karrepad. De school heeft een verlenging van de Daltonlicentie ontvangen.
In september heeft het Montessori Lyceum Groningen een verlenging ontvangen voor het Montessori certificaat.
Eind 2022 hebben De Starter, het Werkman VMBO en de Topsport Talentschool de Daltonvisitaties voorbereid. Deze visitaties vinden plaats in de eerste helft van 2023. Dit geldt ook voor de Montessori-visitatie op het Montessori Vaklyceum voor de erkenning van het Montessori-predikaat door de Nederlandse Montessori Vereniging, afdeling voortgezet onderwijs.
2.4 Passend onderwijs
Wij gaan uit van ontwikkelingsmogelijkheden en kansen voor alle leerlingen. Alle leerlingen moeten een plek krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. Afstemming van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van de leerlingen staat centraal bij passend onderwijs. Om te komen tot een goede afstemming tussen de behoeften van de leerlingen en het onderwijsaanbod werken we handelings- en opbrengstgericht.
Wij participeren in de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs PO 20.01 (deelgebied Groningen stad), Groningen Stad VO 20.01 en Passend Onderwijs V(S)O 20.02 Groningen Ommelanden, waarin diverse regionale schoolbesturen participeren. Er is regelmatig afstemming en overleg met de samenwerkingsverbanden in de provincie Groningen en in Noord- en Midden-Drenthe. Dit geldt zowel voor primair als voor voortgezet onderwijs.
Primair onderwijs
Vanuit het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 2001 is gekozen voor het zogenaamde schoolmodel. Dat betekent dat de schoolbesturen middelen ontvangen om te voldoen aan de gestelde doelen in het ondersteuningsplan. De middelen die we ontvangen vanuit het samenwerkingsverband investeren we in:
- het regulier onderwijs, ten behoeve van de basisondersteuning (circa 40%)
- de ondersteuning van regulier onderwijs; inzet van ambulant begeleiders, onderwijsassistenten en orthopedagogen die de expertiseschil vormen voor het regulier onderwijs, namelijk via het Kenniscentrum Openbaar Onderwijs Groningen (circa 55 %).
- de leerlingen die (tijdelijk) extra ondersteuning nodig hebben met behulp van een arrangement (2%)
- de observatieplekken op het SO en SBO (3%).
Verhoging verwijzingen S(B)O
In het basisonderwijs lopen de verwijzingen naar het S(B)O op. Dat is zowel een landelijke trend als ook die van onze stichting. Het deelnamepercentage van onze basisscholen is boven de 2% norm.
Maatregel aan de hand van reductie middelen Passend Onderwijs
De middelen voor passend onderwijs zijn vanaf augustus 2023 geoormerkt. Op deze manier maken we (nog) inzichtelijker hoe de scholen de basisondersteuning in het regulier onderwijs inrichten. Een andere stap is de inrichting van het schoolondersteuningsprofiel. Binnen het deelverband Passend Onderwijs wordt ingestoken op eenduidigheid, dezelfde taal en gekwalificeerde basisondersteuning. Op deze manier willen we de verwijzingen van basisschool naar basisschool stimuleren, en de verwijzingen van basisschool naar het speciaal basisonderwijs (SBO) verlagen.
Voortgezet onderwijs
Vanuit het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01 is gekozen voor een hybride model voor de financiering; dit is een combinatie van het schoolmodel, expertisemodel en het leerlingenmodel. Dat betekent dat de schoolbesturen middelen ontvangen om de inzet van (extra) ondersteuning op de scholen mogelijk te maken. De VO-scholen dienen hiervoor een ondersteuningsplan in waarbij zij aangeven welke doelen ze nastreven. De middelen die zijn ontvangen vanuit het samenwerkingsverband VO zijn ingezet op de volgende thema’s:
- Continuering van de leerlinggebonden financiering voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften op het gebied van leren en/of sociaal-emotionele ontwikkeling en gedrag;
- De uitvoering van de zorg op de school door inzet van de ondersteuningsteams op de scholen op het gebied van hoogbegaafdheid, ernstige taal- en rekenproblematiek, groepsgericht werken en inzet van trainingen op het gebied van sociaal-emotionele problematiek;
- Aanbod kleinschalige onderwijsvormen (KOV) binnen de scholen om maatwerk te bieden aan leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften op het gebied van leren leren, internaliserende problematiek en verminderde belastbaarheid.
Daarnaast ontvangen de scholen voor voortgezet onderwijs lumpsummiddelen vanuit DUO. Deze middelen worden ingezet om de basisondersteuning op de scholen te verbeteren. Dit gebeurt door de inzet van de orthopedagoog, ondersteuningscoördinator en leerlingbegeleiders binnen het ondersteuningsteam en het versterken van de kwaliteitszorg.
Naar inclusiever onderwijs
Met behulp van de (landelijke) ‘routekaart naar inclusiever onderwijs’ richten we ons op meer (sociale) inclusie. Deze drie pijlers staan centraal:
- Professionalisering en mindset naar inclusiever onderwijs;
- Pedagogisch klimaat en handelen in relatie tot gedrag;
- Expertise(schil) in verbinding met jeugdhulpverlening.
2.5 Toetsing en examinering voortgezet onderwijs
De verantwoordelijkheid van toetsing en examinering is belegd bij de afzonderlijke scholen. Alle scholen voor voortgezet onderwijs hebben een examencommissie met vastgelegde taken en verantwoordelijkheden. Het college van bestuur heeft in 2022, met instemming van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voor het voortgezet onderwijs, het gezamenlijke Examenreglement 2022-2023 vastgesteld. Hiermee voldoen we op dit punt aan de wettelijke eisen.
In maart en september 2022 zijn onder regie van de afdeling Onderwijs & Kwaliteit twee bijeenkomsten van de examensecretarissen georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten werd gewerkt aan intervisie, casuïstiek en uitwisseling van kennis en actuele gebeurtenissen.
Op verzoek van de Inspectie van het Onderwijs is contact gelegd met het ministerie van OCW om de verleende ontheffing van het Leon van Gelder voor de afname van het Centraal Examen uit 2017 te verlengen. In oktober 2022 zijn vertegenwoordigers van het ministerie van OCW op bezoek geweest op het Leon van Gelder. Een besluit over de verlenging wordt verwacht in 2023.
2.6 Strategische onderwijsthema's
Burgerschapsonderwijs
Op onze scholen spannen de docenten zich iedere dag in om onze leerlingen kennis te laten maken met onze democratische rechtstaat en het ontwikkelen en oefenen van hun sociale en maatschappelijke competenties. De nieuwe wet burgerschapsonderwijs (2021) verplicht scholen om een doelgericht, samenhangend en een herkenbaar beleid op het gebied van burgerschapsonderwijs te voeren. Onze focus lag in 2022 bij burgerschap op drie onderdelen, namelijk het in kaart brengen van de kwaliteit van het burgerschapsonderwijs op de diverse scholen, bekendheid geven aan de wet op burgerschap en ondersteuning bieden bij het door ontwikkelen en implementeren van het burgerschapsbeleid. Voor het in kaart brengen van de kwaliteit van burgerschapsonderwijs nemen de schoolleiders de Quicksscan Burgerschap van de PO-raad af. De uitkomsten vormen een basis voor een bovenschoolse handreiking voor burgerschapsbeleid die in 2023 wordt ontwikkeld. De handreiking ondersteunt scholen bij het verder ontwikkelen van hun burgerschapsbeleid en geeft handvatten om dit beleid te implementeren binnen de scholen. Om meer bekendheid te geven aan de nieuwe wet burgerschap heeft in 2022 een strategische themadag in dit kader plaatsgevonden. Schoolleiders woonden die dag op diverse scholen presentaties bij over het burgerschapsonderwijs op de betreffende school.
Onderwijsachterstanden
Om onderwijsachterstanden terug te dringen en leerlingen gelijke kansen te bieden verstrekt het ministerie van OCW extra middelen. De bekostiging van het onderwijsachterstandenbeleid is berekend aan de hand van een achterstandsscore per school, gebaseerd op CBS-gegevens van de gehele schoolpopulatie. Binnen Openbaar Onderwijs Groningen worden de middelen over de betreffende scholen verdeeld aan de hand van deze bekostigingssystematiek.
De middelen worden vooral gebruikt voor extra personele inzet zodat kleinere klassen en extra interne begeleiding of extra handen in de groep mogelijk zijn. Hierdoor worden leerlingen beter gezien, kan er gefocust worden op structuur en gedrag en worden de juiste voorwaarden om te kunnen leren gecreëerd. De scholen stemmen de inzet van de middelen af op de specifieke behoeftes van de leerlingen en zorgen voor evaluatie ervan in hun jaarverslag.
Naast de middelen die rechtstreeks naar de scholen gaan vanuit het Rijk zet de gemeente vanuit het Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid (GOA) middelen in om ontwikkelingskansen van kinderen te stimuleren (zie verder paragraaf 3.7 subsidies verminderen van onderwijsachterstanden).
Doorlopende leerlijnen
In mei 2022 zijn de drie doorlopende lijnen (Engels, Kunst & Cultuur en Digitale geletterdheid) opgeleverd. De leerlijnen zijn bij de deelnemende scholen geïmplementeerd en de projectgroep heeft een borgingsdocument opgeleverd. Per leerlijn zijn diverse producten gepresenteerd, waaronder een online platform met lesmateriaal en portfolio’s voor de leerlingen. De taken van de deelprojectleiders zijn opgenomen in de begroting van de school en worden niet meer bovenschools bekostigd.
Hieronder een inkijkje in de doorlopende leerlijnen.
2.7 Subsidies voor verbetering onderwijs en onderwijsachterstanden
Gemeentelijke subsidies
Jaarlijks ontvangt een deel van de scholen in het primair onderwijs gemeentelijke subsidies in het kader van het creëren van 'gelijke kansen'. Het betreffen subsidies voor inzet van de brugfunctionaris, gericht op ouderbetrokkenheid, voor- en vroegschoolse educatie (VVE), schakelgroepen/taalinterventies, extra leertijd, veilig schoolklimaat, doorontwikkeling Vensterschool/IKC-vorming en gezonde voeding. Eveneens maken scholen in PO en VO gebruik van subsidies ter vergoeding van de ouderbijdragen. Dit op de scholen waar sprake is van relatief veel armoedeproblematiek.
Naast de meer schoolspecifieke subsidies ontvangen scholen wijksubsidies. Deze wijksubsidies zijn gericht op het positief opgroeien van kinderen en jongeren in deze wijken. Hierbij gaat het onder andere om Lewenborg XL, het pedagogisch wijkplan Selwerd, Paddepoel,Tuinwijk (SPT) en het wijkplan kansen voor kinderen in de Wijert. De scholen in de wijken Lewenborg/Beijum, Korreweg, Oosterpark, Paddepoel en Vinkhuizen nemen deel aan de subsidies gericht op het ontwikkelen van een verlengde schooldag; een breed naschools aanbod. In 2022 ontvingen de scholen in Paddepoel, Vinkhuizen en de Korrewegwijk als landelijke voorlopers een meerjarige subsidie ‘Rijke schooldag'. De scholen geven de al ingezette koers hiermee een extra impuls. Ze ontwerpen met partners in de wijk een integraal talentprogramma en voeren dit uit voor alle kinderen in de wijk ter bevordering van kansengelijkheid.
PNO/basisvaardighedensubsidie
Vier scholen zijn ingeloot voor de subsidie Basisvaardigheden. Drie PO-scholen, namelijk het Karrepad, de Joseph Haydnschool en IKC Borgman Oosterpark en één VO-school, de Topsport Talentschool (TTS). De TTS ontvangt hiernaast ook de aanvullende subsidie voor ondersteuning vanuit het ministerie van OCW. De subsidie loopt tot 31 januari 2024 en wordt ingezet op taal, rekenen/wiskunde, digitale vaardigheden en Burgerschap.
Nationaal Programma Onderwijs
We hebben in 2021 en 2022 in totaal € 19,3 miljoen aan middelen vanuit het NPO ontvangen. Hiervan is € 2,0 miljoen uitgegeven in 2021 en € 9,0 miljoen in 2022. De resterende € 8,3 miljoen is ultimo 2022 vastgelegd in een bestemmingsreserve. Dit resterend bedrag zal worden besteed in de periode 2023 tot en met 2025.
In 2021 hebben alle scholen een schoolscan uitgevoerd en op basis hiervan een programma geschreven voor de besteding van de NPO-middelen. Op alle scholen is instemming verkregen van de MR op dit plan. De interventies op onze scholen zijn voornamelijk gericht op de extra inzet van personeel en ondersteuning en effectievere inzet van onderwijs om kennis en vaardigheden te verbeteren. Enkele voorbeelden van gekozen interventies:
- Groepsverkleining en extra instructie buiten de groep;
- Voorkomen van lesuitval;
- Scholing en professionalisering;
- Extra zorgbegeleiding en inzet op sociaal-emotionele ontwikkeling.
Ongeveer 1,7% van de uitgaven in 2022 is besteed aan personeel dat niet in loondienst is (PNIL). Dit betreft inhuur op detacheringsbasis van leerkrachten vanuit andere besturen.
Ongeveer 2,6% van de middelen is ingezet voor de inhuur van begeleidings- en ondersteuningsuren door commerciële bedrijven.
Er zijn geen middelen vanuit het NPO bovenschools ingezet.
2.8 Bovenschoolse onderwijsvoorzieningen
Kenniscentrum Onderwijs en Onderzoek (KCOO)
In het KCOO werken orthopedagogen, psychologen, ambulant begeleiders, psychodiagnostisch medewerkers en onderwijsassistenten. Zij begeleiden, onderzoeken, adviseren en ondersteunen leerlingen, docenten en ouders in het basisonderwijs.
Hoogbegaafdheid
Binnen Openbaar Onderwijs Groningen zijn meerdere bovenschoolse voorzieningen voor hoogbegaafdheid (HB) ingericht, de zogenaamde bovenschoolse plusgroepen. Het aanbod is toegespitst op de specifieke onderwijs- en leerbehoeften van hoogbegaafde leerlingen. Dit betekent in de praktijk dat hoogbegaafde leerlingen op drie locaties in de stad een dag(deel) naar een bovenschoolse plusgroep gaan. Naast de bovenschoolse voorzieningen zijn vanuit verschillende basisscholen interne voorzieningen voor het onderwijsaanbod aan meer- en hoogbegaafde leerlingen ingericht, de zogenaamde interne plusgroepen. Scholen geven het interne aanbod zelf vorm. Tenslotte zijn drie voltijds HB-groepen aanwezig op de Joseph Haydnschool. In 2022 is een werkgroep samengesteld die zich richt op het verbeteren van de overdracht van hoogbegaafde leerlingen tussen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs. Er zijn onder andere overdrachtsdocumenten ontwikkeld om de overdracht en overstap van deze groep leerlingen te verbeteren. Daarnaast is er in 2022 gestart met het opzetten van een HB-leernetwerk voor deskundigheidsbevordering en om expertise, ervaringen en informatie met elkaar te delen. Dit netwerk wordt ingericht vanuit de HB-specialisten werkzaam op de scholen voor primair onderwijs. In 2023 is het streven om het voortgezet onderwijs hier ook bij te betrekken.
Taalstimulering basisonderwijs
We hebben acht basisscholen (De Pendinghe, De Sterrensteen, De Beijumkorf, IKC Borgman Oosterpark, IKC Borgman Oosterpoort, IKC Borgman Ebbinge, De Ploeg, Brederoschool en Het Karrepad) waar voor- en vroegschoolse educatie (VVE) wordt gegeven. Op deze scholen werken we aan de doorgaande lijn op het gebied van de brede (taal-)ontwikkeling. We nemen actief deel aan de uitwerking van de afspraken die zijn gemaakt in het kader van de bestuursafspraken G4/G33-Rijk: ‘Effectief benutten van VVE en extra leertijd voor jonge kinderen.’ In 2022 is het traject afgerond om samen met de gemeente, onderwijs en opvangbesturen resultaatafspraken van de VVE te herzien.
Expertise Centrum Anderstaligen Groningen
Het Expertisecentrum Anderstaligen Groningen (ECAG) biedt scholen begeleiding, voorlichting en scholing en bouwt samen met de scholen duurzame expertise op. Anderstalige leerlingen hebben per definitie een taalachterstand, ongeacht hun cognitieve niveau. De realiteit is dat op veel scholen anderstalige leerlingen staan ingeschreven. Het is essentieel om te beseffen dat dit niet van voorbijgaande aard is. Op elke school in po, so en v(s)o met anderstalige leerlingen is expertise NT2 en kennis van hun culturele en religieuze achtergrond noodzakelijk.
Internationale Schakelklas
Internationale Schakelklas (ISK) is bestemd voor leerlingen in de leeftijd van 12 tot ongeveer 18 jaar die de Nederlandse taal niet of nauwelijks beheersen. De meeste leerlingen hebben een (tijdelijke) verblijfsvergunning en stromen door naar vervolgonderwijs in Nederland.
In 2022 heeft de ISK zoveel extra leerlingen opgevangen dat de grenzen aan de groei in 2022 zijn bereikt. De verschillende ISK-locaties zitten helemaal vol en er is onvoldoende personeel beschikbaar om nog meer VO-leerlingen op te vangen. Om deze reden heeft het college van bestuur eind 2022 besloten tot een tijdelijke leerlingenstop. In goede samenwerking met de gemeente wordt gewerkt aan een nieuwe locatie, zodat we zo snel mogelijk onderwijs kunnen bieden aan leerlingen die op de wachtlijst staan.
Hieronder een inkijkje in de ISK:
Nieuwkomers
Leerlingen die korter dan een jaar in Nederland zijn kunnen terecht op één van de scholen met een schakelgroep nieuwkomers. Binnen het openbaar onderwijs betreffen dit IKC Borgman Oosterpoort en de Pendinghe. Beide scholen werken inmiddels met twee groepen van circa 15 leerlingen; een midden- en bovenbouwgroep. De grote groep Oekraïense kinderen die het afgelopen jaar naar Groningen zijn gekomen krijgen onderwijs op de locatie de Kleine Wereld (VCOG). Hierbij gaat het om 6 groepen waarbij expertise vanuit verschillende schoolbesturen wordt ingezet. Voor kinderen die vanuit deze groepen schakelen naar regulier onderwijs is een schakelcoach beschikbaar en bovendien extra uren voor onderwijsassistentie. Samen met de gemeente Groningen en alle andere schoolbesturen ontwikkelen we een integraal en duurzaam plan genaamd 'Onderwijs aan Nieuwkomers' waarbij we voor zowel voortgezet als primair onderwijs goed in kunnen springen op de toestroom van nieuwkomers die we verwachten.
Orthopedagogisch-didactische centrum (OPDC)
Vanaf 2016 geven wij in opdracht van het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs uitvoering aan het onderwijs voor deze voorziening. De voorziening bestaat uit 3 trajecten:
Rebound
Binnen de Rebound wordt onderwijs en coaching geboden aan leerlingen die om verschillende redenen vast dreigen te lopen in het regulier voortgezet onderwijs. Er is een observatietraject om de ondersteuningsbehoeften in kaart te brengen (8 weken) en een regulier traject waarbij de leerling werkt aan doelen om terug te kunnen schakelen naar het reguliere VO (13 weken).
TTVO (Traject Thuiszitters Voortgezet Onderwijs)
Op het TTVO wordt onderwijs gegeven aan leerlingen met internaliserende problematiek; dit zijn leerlingen die al thuis hebben gezeten of dreigden uit te vallen.
Doorstart
Sinds begin 2022 is doorstart ontwikkeld. Dit traject richt zich op thuiszittende leerlingen met complexe problematiek die niet in staat zijn om een volledig onderwijsprogramma te volgen. Er is sprake van ambulante begeleiding waarbij intensief wordt samengewerkt met jeugdhulpverlening omdat de zorgvraag regelmatig voorop ligt. Het doel is dat deze leerlingen weer terugkeren in het onderwijsproces.
2.9 Onderzoek en ontwikkeling
Vanuit onze onderzoeksagenda ligt de focus op onderzoeksmatig werken aan onderwijsverbetering. We werken cyclisch in fasen van onderbouwen en evalueren, en maken hierbij systematisch gebruik van gegevens uit praktijk en wetenschap. We werken met een primoraat en didactoraat. Dit zijn leernetwerken rondom een strategisch ontwikkelthema, waarin leraren, leraren in opleiding, onderzoekers en lerarenopleiders gezamenlijk werken aan onderwijsverbetering. Het primoraat en didactoraat worden geleid door de ‘primor’ en ‘didactor’.
Het ‘primoraat kansengelijkheid door talentwikkeling’ werkt vanuit de visie dat alle kinderen talentvol zijn, mits zij talentvol worden benaderd. De activiteiten van het primoraat staan in het teken van kennisontwikkeling en professionalisering op het thema van kansengelijkheid door talentontwikkeling, oftewel hoe kunnen we principes van talentontwikkeling inzetten om kansengelijkheid te bevorderen? Hiervoor werkt het primoraat onder andere aan de doorontwikkeling van ‘werkkaarten’ over vragen stellen, scaffolding en de empirische cyclus. Het primoraat werkt hierin samen met het lectoraat Curious Minds van de Hanzehogeschool en de Stichting Primoraten van de Beroepsvereniging voor Academici in het Basisonderwijs.
Het ‘didactoraat actief leren’ zet zich in voor professionalisering en kennisontwikkeling rondom het thema van actief leren. Hierbij staat de betrokkenheid van leerlingen bij het leerproces centraal en gaan we ervan uit dat het gedrag van de leerling laat zien wat er wordt geleerd en niet dat wat de docent vertelt. Het didactoraat focust zich momenteel op het thema van metacognitie op het Praedinius en verkent mogelijkheden met andere thema's op de andere scholen. Het didactoraat werkt samen met de Groninger Opleidingsschool en het lectoraat Didactiek voor Vak en Beroep van NHL Stenden, waarvoor ook met behulp van een NRO-subsidie het het didactoraat wordt doorontwikkeld. In 2023 zal het didactoraat aansluiten bij de Stichting Auctoraten, een landelijke stichting met dezelfde doelstellingen als het didactoraat, om de krachten te bundelen.